Wethouder Jansen schetst verkeerd beeld over kosten stadsverwarming in vergelijk met gas aan Utrechtse gemeenteraad
Wat is er aan de hand?
Wethouder Jansen probeert met een onvolledig onderzoek over de kosten van stadsverwarming de stedenbouwkundige plannen voor Rijnvliet-Zuid, Leeuwesteyn en Leidsche Rijn-Centrum door de Utrechtse gemeenteraad te loodsen. Nieuwe te bebouwen gebieden waarvoor de warmteplannen bijna gereed zijn. Met deze warmteplannen boet de consument in op keuze-vrijheid en wordt warmtemonopolist Eneco in Utrecht verder bevoordeeld. Een wat doorzichtig pro-stadswarmte offensief van een wethouder die beter weet, over de rug van de nieuwe bewoners van deze mooie, nieuwe wijken van Utrecht.
Na alle commotie van vorig voorjaar leken de problemen rondom stadsverwarming even naar de achtergrond verdwenen. Wethouder Paulus Jansen (Wonen, Ruimtelijk Ordering, Vastgoed, Dierenwelzijn en Sport) bracht hier echter afgelopen week verandering in, in zijn brief aan de Utrechts gemeenteraad.
De wethouder liet de raad weten dat uit een onderzoek van W/E-adviseurs, in opdracht van de gemeente, was gebleken dat de energiekosten van huizen in Leidsche Rijn met stadsverwarming gemiddeld iets lager liggen dan van een vergelijkbaar huishouden met een gas-aansluiting. Op basis van dit onderzoek concludeert de wethouder dat er geen vervolgacties op dit onderwerp nodig zijn.
Even dachten we dat we het bericht verkeerd hadden gelezen. Is dit dezelfde Paulus Jansen (SP) die:
- in zijn periode als tweede kamer lid zo hard vocht voor de oneerlijke beprijzing van stadswarmte?
- dit jaar zijn beste beentje moet voorzetten namens de gemeente Utrecht bij het landelijke overleg over (stads)warmte, georganiseerd door het Ministerie van Economische Zaken?
Wij kunnen onze ogen even niet geloven.
Na een jaar waarin zoveel misstanden over stadsverwarming aan het licht kwamen, zou deze wethouder meer blijk van kennis en zorgvuldigheid moeten geven dan het eerste de beste rapport van een onkundig adviesbureau zomaar integraal aan de raad door te sturen.
Het rapportje van W/E-adviseurs
Adviesbureau W/E heeft zich met dit rapport niet bepaald van haar beste kant laten zien. Dit adviesbureau had het gebrek aan kennis bij de gemeente Utrecht moeten aanvullen, maar dat is niet gelukt. Bij de titel van het rapport ging het al mis: ‘Kostenvergelijking Stadsverwarming en Gas in Utrecht Leidse Rijn’ laat zien dat ze zelfs al moeite hebben de naam van de onderzochte wijk (Leidsche Rijn) goed te spellen.
Een rapport over de energiekosten van stadsverwarming waar vervolgens het woord klant, consument of Warmtewet vervolgens niet in voorkomen, kan wat ons betreft dan direct de prullenbak in. Het rapport blijkt een technocratisch verhandeling over hoe het verbruik van een huishouden op stadsverwarming naar dat van een gas-aansluiting kan worden toegerekend. Er wordt selectief gewinkeld uit het arsenaal aan tarieven, onvolledig geanalyseerd, et voila, het door de gemeente bestelde rapport blijkt al na 5 pagina’s klaar.
Adviesbureau W/E lijkt dus niet gehinderd door enige kennis over de kosten systematiek van stadsverwarming. Hoewel dit niet op lokaal politiek niveau in Utrecht is op te lossen, kampt deze energievoorziening al jaren met problemen uit Den Haag. Sinds 2014 zelfs door een eigen wet gefaciliteerd: de Warmtewet. Deze wet zou een gelijkstelling van kosten moeten bewerkstelligen tussen huishoudens met een gas- en met een stadsverwarmingsaansluiting, maar faalt daarin onmiskenbaar.
Als we ons voor de leesbaarheid van dit artikel beperken tot twee simpele voorbeelden uit de kostenopbouw van het vastrechtstarief van stadswarmte, teweten ‘de vermeden CV-ketel’ en de aanschafwaarde van de warmtewisselaar.
In de Warmteregeling (onderdeel van de Warmtewet) wordt bepaald dat het vastrecht van een huishouden op stadsverwarming negatief gecompenseerd moet worden met ‘de vermeden CV-ketel’. Deze is immers bij stadsverwarming niet nodig, maar om tot een eerlijke, gelijke beprijzing als bij gas te komen is deze volgens het NMDA-principe (Niet-Meer-Dan-Anders) noodzakelijk. De kosten hiervoor zijn voor 2017 op €2330,46 (incl. BTW) bepaald. Deze referentie slaat tegenwoordig echter nog kant nog wal. Een prima CV-ketel koop je tegenwoordig tussen de €1000-€1200, tel daar voor het gemak nog eens installatiekosten van €200-€300 bij, meer dan €1500 ben je echt niet kwijt. Deze hoge referentieprijs voor ‘de vermeden CV-ketel’ leidt dus tot een oneigenlijk, jaarlijks terugkerend, hoog vastrecht voor huishoudens op stadsverwarming.
Voor de warmtewisselaar, het apparaat wat huishoudens op stadsverwarming in hun meterkast terugvinden, geldt een vergelijkbare situatie. Deze mag volgens de Warmteregeling in 2017 maar liefst €1963,72 kosten. Even googlen levert op dat een individuele consument deze warmtewisselaar voor €885,- kan aanschaffen. Laat staan dat een grote energiemaatschappijen (bv. Eneco) deze met duizenden tegelijk inkoopt, waar de prijs van zo’n unit dan rond de €500-600 zou moeten liggen.
Het is verleidelijk om nu het bruggetje te maken naar de huurkosten van deze warmtewisselaar à €170,- per jaar (het apparaat gaat tenminste 15 jaar onderhoudsvrij mee), maar dat zullen we voor nu verder ongemoeid laten. Er zijn nog vele misstanden te noemen die tot een oneerlijke consumentenprijs leiden bij de vaststelling van de tarieven voor stadswarmte. Misstanden waar wethouder Paulus Jansen al jaren zelf gedegen kennis van heeft.
Timing
De timing van het rapport is tenslotte ook opmerkelijk te noemen. Wethouder Jansen stemde op 14 april 2016, na het aandringen van de raad (motie 2016-43) op initiatief van CDA-raadslid Sander van Waveren, in met het onderzoeken van de kosten van stadsverwarming in vergelijking met gas, zoals was vastgelegd in het convenant uit 1996 tussen de gemeente en Eneco (het toenmalige gemeentelijke energiebedrijf REMU).
Het rapport van W/E-adviseurs dateert van 27 oktober 2016. Waarom bleef dit rapport meer dan 3 maanden in de la van wethouder Jansen liggen? Wellicht kwam het Wethouder Jansen juist nu de warmteplannen binnenkort in de gemeenteraad voorliggen goed uit om het charme offensief inzake stadswarmte te starten. Wie kan er nu problemen hebben met een energievoorziening die zelfs nog goedkoper blijkt dan gas?
Hoe zit het dan wel?
Al jaren zijn de tarieven voor stadsverwarming een punt van discussie. Zowel lokaal als landelijk ergeren politici zich aan de uitvloeisels van de Warmtewet en is er een nieuwe versie in de maak. Deze biedt echter nog weinig vertrouwen wat de verbeterde tarifering betreft. De grootste financiële problemen voor de gebonden warmte-consument worden ook in deze Warmtewet 2.0 nog steeds niet opgelost.
Een greep uit de talloze publicaties die over te hoge kosten voor stadsverwarming berichten:
- Maximumtarieven stadsverwarming structureel te hoog: Geen businesscase voor warmtenetten
- Energierekening fors omlaag, behalve als je stadsverwarming hebt
- Het falen van het Niet-Meer-Dan-Anders principe uitgelegd
- Problemen stadsverwarming
Als we alle onvolkomenheden wat tarieven betreft in ogenschouw nemen is de gebonden stadsverwarmingsklant jaarlijks tussen de €200-400 duurder uit dan een vergelijkbaar huishouden met een gas-aansluiting.
Mooi weer rapportjes van twijfelachtige adviesbureaus ten spijt blijft de consument met stadsverwarming een veel hogere energierekening houden vergeleken met zijn buurman met een gas-aansluiting. De gemeente Utrecht heeft na het uitfaseren van gas echter een agenda met stadsverwarming. Het zou de gemeente sieren hier gewoon eerlijk over te communiceren met haar burgers.
Kan het ook anders?
Er zijn tegenwoordig, metname voor nieuwbouw, ook goede alternatieven voor gas en stadswarmte. Het zogenaamde ‘all-electric’ huishouden met een warmtepomp zien we steeds vaker. Het zorgt ervoor dat mensen niet meer aan de negatieve prijs-effecten van de Warmtewet vastzitten en weer aan de knoppen van hun eigen energierekening zitten. De infrastructuur is een stuk goedkoper (grote, geisoleerde buizen voor warm water zijn vele malen duurder dan het verzwaren van de electra infrastructuur die toch al aangepast moet worden voor electrisch rijden en het decentraal opwekken en terugleveren van stroom). Daarnaast laat stroom zich makkelijker en met veel minder verliezen transporteren en is de duurzame opwek makkelijker te organiseren.
Waarom de gemeente Utrecht niet deze agenda drijft, maar zich schimmig met het bevoordelen van haar warmte-partner Eneco bezig houdt, blijft een raadsel. Het wordt nu eindelijk eens tijd voor een eigen visie en expertise op het stadskantoor.
2 comments
Pingback: Woningen met gas gemiddeld €110 per jaar goedkoper uit dan zelfde woning met stadsverwarming - Stadsverarming Utrecht
Pingback: De recente ontwikkelingen van stadsverwarming in Utrecht, het is geen mooi plaatje... - Stadsverarming Utrecht