MANIFEST: De Utrechtse stadsverwarming is niet klaar voor de energietransitie

MANIFEST STADSVERWARMING UTRECHT

De Utrechtse stadsverwarming is niet klaar voor de energietransitie

warmte-030-klein-300x161

Februari 2016

Gaat het wel goed met de stadsverwarming in Utrecht? Wij, een groep Utrechtse burgers met verschillende betrokkenheid bij de verwarming van onze stad, maken ons zorgen. De belangrijkste zijn in dit manifest verwoord. Wij noemen ook zaken die op korte termijn aangepakt moeten worden. En we zien kansen voor de langere termijn.

Meer dan een kwart van de Utrechtse huizen is op stadsverwarming aangesloten. Zij hebben geen cv-ketel. Energiebedrijf Eneco levert de warmte. Een andere leverancier is niet te kiezen en er is geen variatie in tarieven en contractduur. Tegelijkertijd bestaan er bij Eneco en de gemeente allerlei ideeën over de toekomst van stadsverwarming. Wij vinden dat de burgers van Utrecht bij dit alles een grotere rol moeten spelen.

 

Dit manifest is een oproep aan de bevolking van Utrecht, aan de Utrechtse politiek en aan andere betrokkenen bij de energievoorziening van onze stad. Een oproep om grondiger en breder naar de stadsverwarming te kijken en te werken aan verbetering. Met meer mensen. Het gaat ons allemaal aan.

 

In het kort

Wij zijn van mening dat er in de stad te weinig bekendheid is met stadsverwarming. Er zijn te veel onopgeloste problemen en er is nog te weinig visie op de toekomstige energievoorziening van de stad. Ook is er onvoldoende aandacht voor de stem van de bewoners. Ondertussen is men al druk bezig met nieuwe plannen voor de toekomst. Grote kans dat dit verkeerd gaat aflopen.

Wat is stadsverwarming?

Stadsverwarming bestaat uit een leidingnetwerk dat heet water vervoert naar de huizen. Dat water wordt verwarmd in grote centrales die op Lage Weide staan (de hoge schoorstenen). In die centrales wordt aardgas verstookt.

De leidingen van de stadsverwarming liggen in de binnenstad, in de naoorlogse wijken Overvecht en Kanaleneiland, in enkele tussenliggende buurten en straten, in de nieuwe wijk Leidsche Rijn, en ook in Nieuwegein. In totaal wordt er warmte geleverd aan 50.000 huishoudens en 1.200 zakelijke klanten.

De Utrechtse stadsverwarming is de oudste van Nederland, uit 1923, dus ruim voordat aardgas gebruikt ging worden voor verwarming. Het is ook een van de grootste van het land. Sinds 2014 is Eneco de enige eigenaar en exploitant van zowel de centrales als het leidingnet.

De belangrijkste problemen met de huidige stadsverwarming

Weinig (maar steeds meer) mensen in Utrecht vinden iets van de stadsverwarming, maar de burgers van Utrecht hebben er niets over te zeggen. De leidingen, de centrales, de brandstoffen en de hoogte van tarieven, de enige die erover gaat is Eneco. Dat bedrijf is eigendom van vooral Zuid-Hollandse gemeenten. Utrecht heeft geen aandelen.

Er is ongenoegen in de stad over de kosten. De rijksoverheid regelt via de Warmtewet de maximale hoogte van tarieven. Eneco zit op dat maximum. De Warmtewet blijkt onvoldoende in staat om tot maatschappelijk geaccepteerde kosten te komen: er is onvrede over hoogte en opbouw van tarieven en de bepaling van warmtegebruik in flatgebouwen.

Een relatief groot deel van de warmterekening zit in vaste kosten. Dat geeft weinig prikkels om het eigen gebruik te beïnvloeden. Ook is er het nodige mis met de individuele afrekeningen in grote, oudere flatcomplexen. Zie de sinds 2014 opspelende problematiek hierover in Overvecht. Dit is niet alleen een zaak van Eneco. Een deel van het probleem ligt bij de eigenaren van de gebouwen (woningcorporaties, verenigingen van eigenaren, grote beleggers).

De milieuprestatie is onduidelijk en waarschijnlijk niet hoog. Stadsverwarming kan een efficiënte manier van energieproductie zijn, wanneer naast warmte tegelijk elektriciteit wordt geproduceerd. Of dat gebeurt, is in de huidige markt met lage elektriciteitsprijzen twijfelachtig en niet inzichtelijk. De een heeft het over restwarmte (van elektriciteitsproductie), de ander over restelektriciteit (van warmteproductie).

Bovendien hoeven sinds meer dan tien jaar nieuwe woningen die op stadsverwarming worden aangesloten minder energiebesparende maatregelen toe te passen. Daardoor hebben ze een hoger energieverbruik. Dat is kortetermijndenken: lagere investering voor projectontwikkelaars, maar ieder jaar hogere kosten dan nodig voor gebruikers, en meer milieubelasting.

De belangrijkste problemen met plannen voor stadsverwarming

We merken dat er eigenlijk pas sinds 2015 in de stad en in de gemeenteraad weer over stadsverwarming wordt gesproken. In het Energieplan en de Energieagenda’s staan aanzetten om stadsverwarming onderdeel te maken van plannen voor de toekomstige energievoorziening van gebouwen, buurten en de stad. Die plannen gaan echter uit van de huidige stadsverwarming, inclusief de huidige problemen.

Alternatieve manieren van verwarmen (en koelen) komen niet goed onder de aandacht. Terwijl wij denken dat er betere en meer duurzame oplossingen mogelijk zijn. Het is de vraag of schoorstenen en centraal gedistribueerd heet water, twee belangrijke eigenschappen van de Utrechtse stadsverwarming, passen in de energievoorziening van straks.

Eneco heeft het plan om biomassa (hout) te gaan verbranden voor stadsverwarming. Dit is in stad en politiek nauwelijks besproken. De gemeente gaat hier ook niet over; het is de provincie die de vergunning verleent. Is houtverbranding de beste optie voor de toekomst? Is het een tussenoptie (en wat is de echte toekomstoptie dan)? Of is het eigenlijk helemaal geen goed idee, bijvoorbeeld vanwege hinder voor de omgeving of omdat er voor hout betere bestemmingen bestaan dan verbranden?

Gesprekken en plannen over energie die alleen maar kijken naar de huidige stadsverwarming, beperken het denken over de toekomstige verwarming van de stad, van buurten en van gebouwen. Want er zijn wel degelijk alternatieve collectieve oplossingen voor verwarming die duurzaam, betaalbaar en lokaal zijn. Systemen op lage temperatuur met uitwisseling van warmte en koude.

In het Energieplan, en in de reactie van het college van burgemeester en wethouders daarop, wordt stadsverwarming genoemd als mogelijke vervanging van het aardgasnet. Maar zonder duidelijkheid over kosten, milieu- en technische prestatie en met een inconsistent beeld over de toekomst van de verwarming van de Utrechtse woningvoorraad, is dat prematuur.

Wat willen we?

Meer aandacht voor de stadsverwarming. Problemen die er nu zijn, moeten snel worden opgelost. Daar hebben de gebruikers recht op. Plannen voor straks moeten meer vanuit goede ideeën voor de toekomst worden gemaakt. En de Utrechtse bevolking moet meer en beter worden betrokken bij het nu en bij het straks.

In de Energieagenda’s kondigt het college van burgemeester en wethouders aan dat er een Regietafel Warmte komt, waarbij het denkt aan Eneco en Stedin. Wij roepen het college op om de regie niet uitsluitend te laten bepalen door gevestigde, direct belanghebbende grote partijen. Ook burgers van Utrecht moeten hierover mee kunnen praten.

Dit manifest is niet meer dan een eerste stap. Dit initiatief gaat door onder de naam Platform Warmte030. Iedereen die hierover meer wil weten (achtergrond, relevante documenten, nieuwe ontwikkelingen) kan terecht op de website van Energie-U: www.energie-u.nl/warmte030.

 

Paul van Seters (Rosariumbuurt)
Sander Willemsen (Energie-U)
Bart van den Heuvel (Stadsverarming)
Ad Tourné (Bewonersplatform Overvecht)
Suzanne Kok (Energie-U)
Bert de Vries (Rosariumbuurt)
Herman Eijdems (Energie-U)
Frans van den Berg (Voordorp op Eigen Kracht)
Michel Post (Huurdersorganisatie STOK)
Bart van der Ree (Energie-U)
Ernst Vuyk (Energie-U)
Tony Schoen

About Bart

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

UA-65853139-1