Tenminste 240 nieuwe woningeigenaren met stadsverwarming krijgen een ‘Sjoemelwoning’
SAMENVATTING:
Sinds 1 mei 2015 heeft Eneco voor haar centrales in Utrecht die gebruikt worden voor het warmtelevering aan het stadsverwarmingsnet van Utrecht en Nieuwegein, laten weten niet meer aan de eerder door TNO afgegeven kwaliteitsverklaringen te kunnen voldoen. Met dit bericht heeft Eneco aan de markt laten weten dat het opwekrendement van haar centrales m.i.v. die datum is afgewaardeerd (van 177,5% naar 110%). Het opwekrendement van deze centrale is een belangrijk uitgangspunt voor de EPC-berekening (isolatie) van nieuwbouw woningen die aan het stadswarmtenet in Utrecht en Nieuwegein worden gerealiseerd. De gemeente Utrecht heeft in de periode na 1 mei 2015 bouwvergunningen voor woningen verleend waarin nog gebruikt is gemaakt van het hoge systeemrendement van deze centrales. Gevolg hiervan is dat hiermee eigenaren van nieuwbouw woningen, en indirect ook huurders, door slechtere isolatie van hun nieuwe woningen een veel hogere jaarlijkse energie rekening gaan betalen.
De laatste maanden is het ene na het andere schandaal aan het licht gekomen. Wat begon met gerommel door Volkswagen met dieselauto’s, heeft een vervolg gekregen bij energielabels van koelkasten en televisies. Deze malversaties leidden vorig jaar zelfs tot de introductie van een nieuw woord: ‘sjoemelsoftware’. Het woord haalde het zelfs tot woord van het jaar. Na deze grootschalige fraude door betrouwbaar geachte instanties, bereikt het ‘gesjoemel’ nu ook nieuwbouwwoningen met een aansluiting op het stadsverwarmingsnet in de gemeente Utrecht.
Wilt u ook weten of u eigenaar bent van een ‘Sjoemelwoning’, lees dan verder.
Wat is er aan de hand?
Dat stadsverwarming duur is, niet duurzaam is en geen keuzevrijheid biedt aan de consument is iedere goed geïnformeerde woning eigenaar of huurder inmiddels wel duidelijk. Wat veel nieuwe eigenaren van nieuwbouw woningen, met een aansluiting op het stadsverwarmingsnet, in de gemeente Utrecht, nog niet duidelijk is, is dat zij een woning hebben gekocht waar aantoonbaar gerommeld is met de mate van isolatie. In dit artikel trachten wij deze fraude zo duidelijk mogelijk te omschrijven, te duiden en daar voorlopige conclusies aan te verbinden.
Stadsverwarming en isolatie
De problematiek van stadsverwarming en slechtere isolatie van nieuwbouw woningen gaat reeds vele jaren terug. Woningen op stadsverwarmingsnetten in Nederland zijn in de meeste gevallen aantoonbaar slechter geïsoleerd dan wanneer deze huizen zouden zijn uitgerust met een gas-aansluiting + CV-ketel. De reden voor deze slechtere isolatie vindt zijn oorsprong in gebiedsmaatregelen die mogen worden gebruikt bij de berekening van de EPC (Energieprestatiecoëfficiënt) van een woning. Wordt je nieuwe woning gebouwd in een gebied waar zo’n gebiedsmaatregel van toepassing is, omdat er een warmtenet ligt (bijvoorbeeld Leidsche Rijn in Utrecht), dan mag bij de berekening van de isolatie van de nieuwe woning met het opwekrendement van de energiecentrale van dat warmtenet gerekend worden.
In het geval van de nieuwbouw woningen aan het Utrechtse stadsverwarmingsnet zou dit maximaal 278% zijn (in Utrecht is dit 177,5%). Dit is fors meer dan het maximale rendement van 107% van de best renderende HR CV-ketel. Dit is de eerste achterstand die een woning ‘op stadsverwarming’ heeft (het mogen rekenen met dit hoge rendement leidt tot minder isolatie) vergeleken met een gas-woning.
Tot zover de door de overheid en het bouwbesluit gelegaliseerde isolatie achterstand die een woning op stadsverwarming krijgt door de gebiedsmaatregel en het stadsverwarmingsnet. Door deze slechtere isolatie betaald de uiteindelijke bewoner jarenlang een veel hogere energienota voor warmte. De gevolgen hiervan voor zijn/haar energierekening wordt geschat op €200 tot €400 euro extra warmte kosten per jaar.
De EPC-norm (Energieprestatiecoëfficiënt) uitgelegd:
De Energieprestatiecoëfficiënt is een index die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeeft. De coëfficiënt wordt berekend volgens de norm NEN 7120. In Nederland geldt voor woningbouw sinds 2015 een minimum EPC van 0,4. De EPC-berekening is opgenomen in het bouwbesluit, en sinds 1995 is het verplicht deze bij een bouwaanvraag in te dienen. Voor warmtewoningen, woningen aangesloten op een stadswarmtenet, gelden echter andere regels. Hier mag de energieprestatie van het (duurzame) restwarmtegebruik in het warmtenet worden toegerekend aan de EPC van de woning. Hierdoor mag bij de bouw van de warmtewoning op isolatiemaatregelen worden bespaard, terwijl toch de wettelijk voorgeschreven EPC-waarde wordt gehaald. De jaarlijkse kosten voor verwarming van de warmtewoning vallen hierdoor 20 tot 30% hoger uit dan die van een vergelijkbare woning op aardgas, die onder hetzelfde EPC regime is gebouwd.
De STEG-centrales van Eneco op Lage Weide
De centrales van Eneco staan op industrieterrein Lage Weide. Deze zogeheten STEG (Stoom En Gas) centrales wekken, normaliter met het stoken van gas, zowel elektra als warmte op. Met het stoken van gas worden gasturbines aangedreven, die voor de opwekking van elektra zorgen. Van een deel van de hete stoom die daarbij vrijkomt wordt warmte afgetapt voor het verwarmen van de stadsverwarming.
Nu heeft gas in de laatste jaren een slechte naam gekregen. We willen de provincie Groningen graag voor ons mooie landje behouden en daarnaast is de prijs van gas ongunstig ten opzichte van andere bronnen waar ook elektra mee kan worden opgewekt, zoals bijvoorbeeld kolen of windenergie. Gevolg van deze ontwikkeling is dat Eneco vermoedelijk heeft besloten om (een deel van) de elektra niet meer met de STEG-centrales op te wekken, maar deze van buiten Utrecht aan te trekken. Of Eneco hier gebruik maakt van ‘vuile’ kolenstroom of schone windenergie is ons helaas tot op heden niet duidelijk.
Het gevolg van het alleen nog opwekken van warmte door deze centrales, is dat Eneco sinds 1 mei 2015 niet meer aan de door TNO afgegeven kwaliteitsverklaringen van deze STEG-centrales kon voldoen. Dit betekent concreet dat het rendement van deze centrales fors is afgewaardeerd en dat bij toekomstige isolatieberekeningen van nieuwbouw woningen niet meer met het hoge systeemrendement van 177,5% gerekend mag worden, maar alleen nog met het forfaitaire rendement van 110%. Een enorme domper voor zowel Eneco als projectontwikkelaars, want er moeten ineens huizen gebouwd worden met aanzienlijk betere isolatie van gevels en daken, betere (triple) beglazing, een ander verwarmingsconcept, een ander ventilatieconcept, en de toepassing van (meer hoogwaardige) zonnepanelen. Dit leidt tot extra kosten voor projectontwikkelaars en een lager toekomstig energieverbruik door de betreffende woningen in kwestie.
En dit is waar het mis gaat…
De onzorgvuldigheden met isolatieberekeningen leiden tot ‘Sjoemelwoningen’
Hoewel de gemeente Utrecht niet direct belanghebbende in deze kwestie lijkt, is de gemeente na 1 mei 2015 (het moment waarop Eneco aangaf niet meer aan haar kwaliteitsverklaringen te kunnen voldoen) doorgegaan met het goedkeuren van bouwaanvragen van projectontwikkelaars met isolatieberekeningen waarin bij de EPC-berekening gebruik is gemaakt van het hoge opwekrendement (177,5%) van de Eneco centrales. De gemeente Utrecht had sinds die datum alleen nog bouwaanvragen mogen verlenen waarin werd gerekend met het forfaitaire rendement van 110%.
In een gesprek met de gemeente doet zij deze kwestie in eerste instantie af met de opmerking dat zij niet wil rekenen met de ‘dagkoers’ van de Eneco centrale. Met dagkoers bedoelt de gemeente dat zij verwacht dat het rendement van deze centrale in de toekomst weer zal toenemen zodra Eneco weer overgaat op elektra productie in Utrecht. Of vanaf het moment waarop een nieuwe BWI (Bio Warmte Installatie) centrale door Eneco in gebruik zal worden genomen. Voor deze BWI centrale loopt nu een vergunningen procedure bij de Provincie Utrecht. Het is echter niet realistisch dat deze BWI centrale veel eerder dan in 2018 operationeel zal zijn.
Oftewel, bij het gebrek aan te verwachten verbeterde omstandigheden is de opstelling van de gemeente Utrecht in deze opmerkelijk. De gemeente staat dus willens en wetens toe dat er door projectontwikkelaars van nieuwbouwwoningen aan het stadsverwarmingsnet met aantoonbaar onjuiste rendementen gerekend mag worden. En dit over de rug van haar eigen burgers!
Dit gedrag van ‘het door de vingers zien’ bij het verlenen van bouwaanvragen met een verkeerd rendement, resulteert in nieuwbouwwoningen met een lagere energie-efficiëntie en daarmee gedupeerde burgers die hierdoor jarenlang teveel gaan betalen aan hun warmteleverancier: Eneco.
Dit is een onzorgvuldigheid van formaat, in strijd met het bouwbesluit en dus ook met de wet en wordt tot op de dag van vandaag toegepast door de gemeente Utrecht. Deze activiteit van de gemeente Utrecht moet worden gestopt.
Nieuwe eigenaren van woningen worden op grote schaal en met grote bedragen gedupeerd door dit beleid. De kosten van na-isolatie, aanbrengen van (extra) en betere zonnepanelen, installatietechnische aanpassingen van een woning, aangenomen dat dit achteraf nog realiseerbaar is, zullen snel tussen de €10.000 en €15.000 per woning bedragen.
Gemeente Utrecht houdt Eneco de hand boven het hoofd
Door het blijven tolereren van bouwvergunningsaanvragen met het hoge opwekrendement houdt de gemeente ook haar partner voor stadsverwarming: Eneco, de hand boven het hoofd. De gemeente realiseert zich dat projectontwikkelaars bij het bouwen van nieuwe huizen aan het stadsverwarmingsnet van Eneco in toenemende mate in de knel komen met de naar 2020 afbouwende EPC-norm.
Deze is sinds 1 januari 2015: 0,4, maar wordt in 2020: 0,0. Bij het ‘moeten’ rekenen met een forfaitair rendement van slechts 100% zouden projectontwikkelaars nu al in grote mate in de problemen komen met het behalen van de EPC-norm. Door het rekenen met het hoge rendement toe te staan, bleef de aanwas van nieuwbouw woningen op het stadsverwarmingsnet van Eneco in de afgelopen periode dus gewaarborgd.
Oneerlijke concurrentie voor projectontwikkelaars en toeleveranciers
Naast het duperen van nieuwe woningeigenaren en het uit de wind houden van partner Eneco, dupeert de gemeente met dit gedrag ook de goedwillende projectontwikkelaar. Daarmee bedoelen we de projectontwikkelaar die vooruitlopend op het afbouwen van de EPC-norm in 2020 naar 0,0, reeds nu al woningen met dergelijke isolatie- en energie maatregelen wil bouwen; nul-op-de-meter woningen of woningen zonder (of met zeer beperkte) energierekening. Deze projectontwikkelaars ondervinden hinder van het ongelijke speelveld wat de gemeente creëert.
Nog afgezien van het feit dat Eneco niet meer voldoet aan de prestaties in haar kwaliteitsverklaringen en niet wordt voldaan aan de in de wet- en regelgeving gereguleerde methode voor het maken van EPC-berekeningen, wordt ook de introductie van nieuwe en aantoonbaar beter presterende technieken hierdoor geblokkeerd. Daarnaast is er via de grondovereenkomsten sprake van “koppelverkoop” en worden kopers feitelijk “uitgeleverd” aan energieleverancier Eneco.
Impact op gebouwde woning van voor 1 mei 2015
De impact op de reeds gebouwde woningen aan het Utrechtse stadswarmtenet moet nog nader worden onderzocht. De gemeente Utrecht geeft aan niet met dagkoersen te willen rekenen, maar is in het verdere verleden (voor 1 mei 2015) wel met het juiste opwekrendement van de Eneco centrale gerekend? Feit is dat de afwaardering de Eneco centrale nu slechter laat presteren dan een CV-ketel, laat staan een warmtepomp of pelletketel. Ook hierin worden huishoudens met stadsverwarming structureel en tot in het oneindige gedupeerd. Een huishouden met CV-ketel kan nl. aan het einde van de levensduur van zo’n ketel de keuze maken voor een nieuwe, hoog-rendementsketel en zo de energierekening terug dringen. Of beter nog: kiezen voor een warmtepomp of pelletketel. Een huishouden met stadsverwarming kan dit niet, het kan de warmtevoorziening niet verduurzamen, en is als ‘warmteslaaf’ langdurig tot Eneco veroordeeld.
Aansluitplicht stadsverwarming en hoge afsluitkosten te handhaven?
Deze discussie stelt de ‘aansluitplicht op stadsverwarming’ die de gemeente bij gronduitgifte oplegt en de discussie over hoge afsluitkosten weer in een ander daglicht. Omdat een eigen CV-ketel, warmtepomp en pelletketel nu aantoonbaar duurzamer en goedkoper zijn, zouden consumenten na de afwaardering van de Eneco centrale kosteloos van stadsverwarming moeten kunnen afsluiten.
De gemeente Utrecht is nu aan zet
Omdat het nog onduidelijk is of de grote van deze onzorgvuldigheid zich echt tot maar 240 woningen beperkt, is de eerste zet in ieder geval aan de gemeente Utrecht. Hoe gaat zij eigenaren van een nieuwbouwwoning waar aantoonbaar mee gesjoemeld is op een correcte manier compenseren?
Omdat de gemeente wellicht niet meteen tot een compensatie van de schade, door dit verkeerde gevoerde beleid zal overgaan, zullen wij een registratie openen voor eigenaren met een vermeende ‘sjoemelwoning’. Mocht compensatie vanuit de gemeente onvoldoende blijken of te lang op zich laten wachten, zullen wij op basis van de belangstelling voor een eventueel collectief te voeren zaak eigenaren gaan bijstaan.
Mocht u als eigenaar van zo’n woning door de gemeente benadert worden voor een compensatieregeling, dan vernemen wij dit graag en staan wij u daarin graag bij.
Vermoedt u dat uw woning (mogelijk) slachtoffer is geworden van het, hierboven beschreven, door de gemeente Utrecht gevoerde beleid, dan adviseren wij u om zich op: www.sjoemelwoning.nl te registeren. Na een eerste inventarisatie zullen wij u spoedig informeren over de eventuele mogelijkheden en vervolgstappen.
2 comments
Pingback: Door onzorgvuldigheden Gemeente Utrecht voldoen huizen in Leidsche Rijn niet meer aan het Bouwbesluit
Pingback: Door onzorgvuldigheden Gemeente Utrecht voldoen huizen in Leidsche Rijn mogelijk niet meer aan het Bouwbesluit